Bordercolliessheepdog.nl

Workingborders klundert

Bordercolliesheepdog.nl

WEDSTRIJDEN SCHAPENDRIJVEN: REGELS EN INTERPRETATIES

Geschreven door:Henk Verhoeven


Een praktische handleiding voor deelnemers en jurys


Dank aan Henk voor zijn mooie artikels.


INLEIDING

Schapendrijven met Border Collies als wedstrijdsport, groeit mede dankzij de uitzendingen van “one man and his dog” - de laatste jaren enorm in populariteit. Veel mensen “rollen” als het ware in de sport. Men koopt een Border Collie. Leest of hoort wat de oorspronkelijke taak van deze honden is en ach waarom niet men “probeert” zijn (*) hond eens bij schapen en ontdekt wat een border werkelijk is wanneer hij kan doen waarvoor hij gefokt is. Hond en baasje raken enthousiast. Vervolgens gaat men trainen alleen, met vrienden of bij een trainingscentrum en stap voor stap nadert het moment om aan een echte wedstrijd deel te nemen. Wat precies de regels zijn en waarop beoordeeld wordt, blijkt op te maken uit de vele vermijdbare fouten die gemaakt worden - bij veel beginners niet echt duidelijk. Natuurlijk kan men door als toeschouwer goed op te letten, veel ontdekken, en meer ervaren handlers zijn altijd bereid uitleg te geven. Toch zou het handig zijn als alle regels eens op papier stonden, duidelijk uiteengezet en voorzien van de meest voorkomende fouten: Nu, dit werkje is een poging daartoe.


Als basis is uitgegaan van de “Rules for Trials” en de daaraan gekoppelde “Notes for the Guidance of Judges” zoals opgesteld door de ISDS. De BCCN heeft hieraan het “Competitie en Wedstrijdreglement” ontleend. Verder hebben mensen als Collin Gordon, John Templeton en T.W. Japp getracht vanuit hun langjarige ervaring de belangrijkste punten op schrift te stellen. Van al deze bronnen is hier uitvoerig gebruik gemaakt. Ook tal van Nederlandse handlers en “judges” hebben hun steentje bijgedragen aan het vervolledigen van onze opzet. Hierbij wil ik met name noemen Thijs Gottmer, Mike van der Most, Hans en Amanda van den Oever, Ans van der Zweep, Louise Liebenberg en Serge van der Zweep. In een later stadium is nog informatie uit “USBCHA Judging Guidelines” aan dit overzicht toegevoegd.


De eindverantwoordelijkheid voor het beoordelen van een run blijft altijd bij het individuele jurylid liggen. Elke trial verschilt qua terrein, soort schapen en andere omstandigheden. Zolang een jury binnen een trial alle deelnemers op eenzelfde manier beoordeelt en hij tijdens de briefing duidelijk maakt waar hij speciaal op let, is enige diversiteit van opvattingen over wat goed en fout is en hoe fouten leiden tot aftrekpunten, niet al erg. Van een jury mag verwacht worden dat hij verstand heeft van het praktische werk van de Border Collie. Situaties die niet expliciet in regels zijn vastgelegd dient hij vanuit dit oogpunt te beoordelen.


Verder zijn een aantal regels en bepalingen vastgelegd in “Border Collie Club Nederland: Statuten, Reglementen, Richtlijnen”. Deze zijn niet specifiek herhaald in deze brochure, voor nadere details wordt dan ook verwezen naar de oorspronkelijke teksten (zie de bibliografie aan het eind).


In deze handleiding worden de verschillende onderdelen van een trial outrun, lift, fetch, drive, shed/single en penning achtereenvolgens behandeld. Per onderdeel wordt aangegeven hoe het ideaal eruit ziet, welke fouten er gemaakt kunnen worden en wat dit aan aftrekpunten kost. Hierbij is uitgegaan van een beoordeling tijdens een open- of kwalificatieklassewedstrijd. In promotie- of klasse 2 wedstrijden gelden dezelfde beoordelingspunten, alleen worden fouten hier iets minder streng aangerekend: het is aan de individuele jury hier een maat in te bepalen.


Een run tijdens een wedstrijd is een zeer complex gebeuren. Ook handlers die al vele jaren aan wedstrijden hebben deelgenomen, leren nog steeds bij van hun ervaringen. Deze brochure zal dan ook verre van compleet zijn. Mist u zaken of heeft u een bepaalde opvatting over de stellingen die hier neergeschreven zijn.


* Overal waar de mannelijke vorm staat (hij, zijn, hem) kan uiteraard ook de vrouwelijke vorm gelezen worden. Dit geldt zowel wanneer over handlers, juries alsook wanneer over honden gesproken wordt.

OUTRUN


Aan het begin van elke run wordt een groepje schapen (meestal bestaande uit vijf dieren) voor de deelnemer klaargezet. Afhankelijk van de zwaarte van een wedstrijd kan de afstand variëren: bij een kwalificatiewedstrijd wordt ernaar gestreefd de schapen op ongeveer 350 meter of meer van de handler vandaan neer te zetten. Het doel van de 

outrun is dat de hond in een wijde boog linksom of rechtsom achter de schapen komt zonder deze voortijdig te verstoren. Voor de outrun kunnen maximaal 20 punten behaald worden. In een goede outrun gaat de hond gedecideerd om de schapen heen, geeft hen voldoende ruimte maar gaat niet zo wijd dat hij het contact met de schapen verliest. Een hond die stopt tijdens de outrun of omdraait en dan pas verder loopt (spinning), verliest 2 tot 3 punten voor elke keer dat dit voorkomt. Extra commandos (fluit- of stemsignalen maar ook handgebaren of zwaaien met de stok) om de hond aan te moedigen zijn outrun voort te zetten of af te maken, kosten 1 punt per gegeven commando.

Voor de run van elke deelnemer worden de schapen bij de fetchpaal opgezet. De organisatie zal trachten dit zo goed mogelijk te regelen. De opzetters moeten betrachten de schapen onder controle te houden tot de wedstrijdhond contact met de schapen gemaakt heeft. Fouten gemaakt door de opzetters, zal niet leiden tot puntenaftrek voor de wedstrijdhond. Soms komt het voor dat de schapen niet tot rust te brengen zijn of zich niet precies bij de fethcpaal bevinden. Ondanks dit, moet de handler dan toch zijn hond wegsturen: de hond eerder wegsturen als de handler de startpaal nog niet bereikt heeft of te lang wachten in de hoop dat de schapen zich naar een betere positie begeven, kost punten: 1 of 2 punten kunnen afgetrokken worden en in sommige gevallen zelfs meer.


Voor de start dient de hond zich naast of iets schuin achter de handler te bevinden. De hond te ver voor, te ver achter of te ver van de paal starten meer dan de toegestane 9 meter - kost punten: de eerste twee fouten kunnen zelfs tot een “cross” leiden hetgeen betekent veel punten afgetrokken worden (wanneer een hond zich bijvoorbeeld linksachter de handler bevindt maar een rechtse outrun maakt: hij kruist dan het pad dat de schapen straks gaan lopen en dit heet “crossen”. Een Cross verderop het veld wordt doorgaans met 19 aftrekpunten bestraft, een Cross vlakbij de handler is minder erg en levert doorgaans 10 strafpunten op, maar beide dienen uiteraard voorkomen te worden). Wanneer handler en hond het veld opkomen, moet de hond voldoende onder controle gehouden worden. Als hij, in de momenten voor de start, een paar meter voor de handler loopt is dit niet erg maar wanneer hij bijvoorbeeld 20 of 30 meter het veld inrent en teruggeroepen moet worden, kost dit 2 tot 3 punten op de outrun. Het is honden overigens verboden voor hun run het wedstrijdveld te betreden: dit op straffe van diskwalificatie.


Wanneer de hond de startpaal verlaat is de run begonnen, en gaat de klok lopen. Een hond terugroepen voor een “herstart” is verboden en leidt tot diskwalificatie. Wanneer de hond tijdens de outrun het parcours verlaat, leidt dit eveneens tot diskwalificatie. Rent de hond naar de afvoerpen, de aanvoerpen of rent hij naar een opzetter of diens hond en stopt hij daar, dan kan dit tussen de 4 en 10 punten kosten. Is niet precies duidelijk waar de grenzen van het parcours lopen, dan dient u dat tijdens de briefing aan de jury te vragen. Wanneer de hond te wijd loopt of de afscheiding van het wedstrijdveld volgt en daardoor het contact met de schapen verliest, kan dit met 5 tot 10 punten bestraft worden. Te kort inkomen, een te krappe boog lopen, kost eveneens punten, afhankelijk van de mate waarin de schapen opgeschrikt worden nog voor de hond de 12-uur laatsgevonden heeft; pas dan is namelijk goed te zien op de schapen in een rechte lijn richting handler gekomen zijn.


kan dit oplopen tot 15 of 18 aftrekpunten. Verder moet de hond in een geljikmatig tempo lopen. Te langzaam de outrun doen kost punten. Ook een hond die ferm begint maar bijvoorbeeld de laatste 20 meter zijn tempo duidelijk inhoudt, verliest daarmee 1 tot 3 punten. Een hond die zijn behoefte doet tijdens de run, verliest daarmee niet alleen wat hij kwijt wil maar ook 3 tot 6 punten.


Een ideale outrun is zogenaamd “pear-shaped”, waarbij de schapen in het centrum staan van het brede gedeelte. Een hond die vanaf de handler “square” vertrekt (d.w.z. in een hoek van 90° t.o.v. de fetchlijn loopt) legt onnodige afstanden af, dit is niet praktisch en kost dus punten, meestal niet meer dan 1 of 2. Gaat de hond echter niet “square” maar loopt hij eerst naar achteren een teken van overtraining of een hond die de afscheiding opzoekt om die te volgen dan kan hij tot 7 punten verliezen.


Wanneer zoals gezegd, de handler besluit zijn hond tijdens de outrun extra commandos te geven bijvoorbeeld om wijder te gaan kost dit wanneer het op de eerste 20 tot 30 meter gebeurt, een half punt, daarna een vol punt per gegeven commando. Een “stop” commando en een flank-commando kosten dus samen 2 punten. Stopt de hond uit zichzelf, bijvoorbeeld om te snuffelen, dan kost dit 1 punt (los van de extra punten vanwege extra benodigde commandos). Draait de hond om zijn as of kijkt hij meerderen malen om naar zijn handler, dan kost dit eveneens elke keer een punt.


Wanneer de hond “crosst”, d.w.z. over de lijn gaat die straks de schapen volgen tijdens de fetch, kan dit 19 punten kosten, zeker wanneer een hond aan de andere kant uitkomt dan waarop hij gestart is. Herstelt de hond zich van een cross komt hij in, maar buigt hij in de goede richting uit en maakt hij over de juiste kant een bocht om de schapen dan kost dit minder dan 19 punten. Commandos voor bijsturen worden echter automatisch in aftrek gebracht.


Op een goede outrun stopt de hond op het balanspunt: dit is het punt waarop hij kan beginnen met de lift, zodanig dat de schapen zich in een rustig tempo, in een recht lijn naar de fetchpoort begeven. Te vroeg of te laat stoppen kost punten: het aantal hangt af van de mate waarin de hond over- of onder flankt. Een hond hoeft niet op het 12-uur punt te stoppen. Soms bevindt het balanspunt zich op bijvoorbeeld 10 uur of 2 uur. Ook is het niet nodig de hond met een commando te stoppen of te laten liggen: dit mag wel, kost geen punten, maar een hond die uit zichzelf stopt en zelfstandig op een goede manier begint met de lift, mag hiervoor zeker niet bestraft worden. Feitelijk kan een jury de outrun pas beoordelen als de lift plaatsgevonden heeft; pas dan is namelijk goed te zien op de schapen in een rechte lijn richting handler gekomen zijn.


lift


De lift betreft het eerste moment dat de hond contact maakt met de schapen en ze in beweging zet. Het is ondanks zijn korte duur daarom toch een zeer belangrijk onderdeel van de run. Er wordt wel gezegd dat op de lift een wedstrijd gewonnen of verloren wordt: zijn door een te ruwe lift de schapen onrustig geworden dan is het zeer moeilijk ze nog kalm te krijgen en betekent dit vaak dat op andere onderdelen veel punten verloren worden. Het doel van de lift is dat de hond de schapen op een rustige wijze in beweging brengt in de richting van de fetchpoort.

De lift levert maximaal 10 punten op.


Een hond die schapen te weifelend opdrijft, ze te plotseling aan het rennen brengt of ze niet in de goede richting drijft, verliest punten. Te weifelend opdrijven kan bestaan uit te lang stilstaan zonder afdoende druk uit te oefenen op de schapen of heen en weer flanken in plaats van recht op de schapen af te lopen. Krijgt de hond ze ondanks weifelend gedrag 

toch in beweging dan verliest hij slechts 4 tot 5 punten. Ook een hond die extra commandos nodig heeft alvorens hij de schapen benadert, verliest punten. Het niet opvolgen van opdrijfcommandos kost 4 punten. Cirkelt de hond om de schapen, dan maakt hij een cross. Dit kost elke keer 5 punten, los nog van de aftrekpunten vanwege een niet voldoende kordate lift.

Te wild op de schapen ingaan kan tot 10 aftrekpunten leiden, zeker als de hond het groepje schapen uiteen doet spatten. Komt de hond te wild in, maar is hij nog wel goed onder controle van de handler bijvoorbeeld doordat hij prompt op een down-commando reageert dan verliest hij niet meer dan 5 punten. Lopen de schapen zonder druk van de hond richting fetchpoort bijvoorbeeld omdat er “trek” is die kant op, d.w.z. dat de schapen een bepaalde richting op gaan omdat ze denken daar veiligheid te vinden dan leidt dit niet tot aftrekpunten, tenzij de hond echt het contact met de schapen verliest. Wel kost het punten als de schapen van lijn raken en de hond de schapen niet op lijn brengt.

FETCH


Een goede Fetch levert 20 punten op. De fetch is zoals gezegd 350 meter of langer. Op 135 meter van de handler staat een poort met een tussenruimte van 6,30 meter.

Vanaf de lift brengt de hond de schapen in een rechte lijn naar het midden van de fetchpoort en vervolgens in een rechte lijn naar de handlerspost.

Mochten de schapen buiten de schuld van de hond om, bij de start naar links of naar rechts afgedwaald zijn van de fethpost, dan hoeft de hond de schapen niet eerst terug te brengen naar de fethpost of fetchlijn, maar kan hij ze in een rechte lijn naar het midden van de fetchpoort brengen: het juiste balanspunt - dat tijdens de lift beoordeeld wordt - ligt dan uiteraard niet op het 12-uur punt. Mochten de schapen zover afgedwaald zijn dat zelfs het halen van de fetchpoort niet meer realistisch is bijvoorbeeld omdat dat de schapen eerst terug naar achteren gedreven zouden moeten worden alvorens de fetchpoort genomen kan worden dan kan de jury beslissen of een rerun te geven of de fetch te beoordelen vanaf het moment dat de hond de schapen lift en ze in een rechte lijn naar de handlerspost brengt zonder ze door de fetchpoort te drijven. Gebeurt dit alles buiten de schuld van hond of handler om, dan kost het hen geen punten.

Dwalen de schapen echter van de fetchlijn af terwijl de lift wel plaatsvond bij de fetchpost, dan moet de hond ze uiteraard via de kortste lijn terugbrengen naar de fetchlijn om daarna de fetch voort te zetten. Nooit mag de hond de schapen tegen de fetchrichting in terugbrengen naar de fetchpost, fetchpoort of fetchlijn. Afhankelijk van de mate waarin de ideale fetchlijn verlaten is, gaan er wel punten vanaf: lopen de schapen de gehele fetch niet op de fetchlijn, en zijn ze daarbij ook nog eens niet goed onder controle, dan kost dit de volle 20 punten. “Op de fetchlijn lopen” betekent dat de schapen in een recht lijn bewegen op een pad ter breedte van het gat tussen de twee fetchpoorten (6,30 meter): kleine bewegingen naar links of naar rechts leiden dus niet tot aftrek van punten. Wel kost het stilstaan van de schapen punten (meestal 1 punt per stop), evenals het teveel druk uitoefenen op de schapen door de hond, waardoor de schapen onnodig gejaagd gaan rennen of op hol slaan (dit kan tot 10 punten aftrek leiden).

Het missen van de fetchpoort kost een punt per schaap: daarbij komen dan nog de aftrekpunten voor het afwijken van de ideale lijn voor en na de poort: met vijf schapen de poort missen kan dus al gauw vijf plus twee voor afwijken van de ideale lijn, is zeven punten kosten, plus de mogelijke extra punten als voor of na de poort te lang van de lijn wordt afgeweken. Zoals bij alle hindernissen geldt dat er slechts 1 poging ondernomen mag worden om een poort te halen. Wordt de poort gemist, dan is het niet toegestaan de schapen terug te drijven en het alsnog te proberen. Probeert de handler dit toch dan verliest hij alleen maar punten (voor stilstaande schapen en voor het bewegen van de schapen in een verkeerde richting), zelfs al is hij de tweede maal wel succesvol bij de poort.


Primair beoordeelt de jury de bewegingen van de schapen, waarbij gelet wordt op rechte lijnen en een rustig, gelijkmatig tempo. Maar ook het gedrag van de hond kan tot aftrekpunten leiden. Wanneer de schapen een “ideale” fetchgang laten zien, maar de hond regelmatig overflankt (d.w.z verder naar links of rechts uitbuigt dan nodig is om de schapen op lijn te houden), door de handler steeds down gelegd wordt of op een te grote afstand van de schapen werkt, kunnen er toch punten afgetrokken worden. De hond moet steeds in contact zijn met de schapen, d.w.z. dat een beweging van de hond effect heeft op de beweging van de schapen. Een hond die op de grond snuffelt of om zich heen kijkt, heeft geen contact met de schapen. Idealiter is de hond dus steeds in beweging, wordt hij niet of slechts incidenteel down gelegd en heeft hij geen excessieve hoeveelheid commandos nodig om zijn werk te doen. Voor momenten dat de hond contact met de schapen verliest, verliest hij ook punten. Mochten de schapen dus bij toeval de perfecte fetchlijn volgen bijvoorbeeld omdat dit de lijn is naar de afvoerpen waar ze naar toe willen maar de hond heeft hier op geen enkele manier toe bijgedragen, dan verliest hij toch de volle 20 punten. Het laten uitwaaieren van schapen kost 1 punt. De jury zal het soort schapen betrekken in zijn beoordeling: makkelijk te handelen schapen van lijn af laten gaan kost meer punten dan moeilijke schapen met knap honden- en handlerswerk op een misschien minder perfect lijn houden.


Tijdens de fetch mag de hond de fetchlijn niet crossen. Met “crossen” wordt zoals vermeld, bedoeld dat de hond over de lijn loopt waar de schapen nog moeten komen: deze fout wordt zwaar aangerekend en kan tot 8 aftrekpunten leiden, zeker als er een volledige cross plaatsvindt. D.w.z. dat de hond tijdens de fetch bijvoorbeeld volledig linksom de schapen gaat, dus een volledige cirkel om de schapen gemaakt heeft, dan worden er 10 punten afgetrokken. In sommige gevallen maakt de situatie het echter noodzakelijk dat de hond even de fetchlijn crosst: bijvoorbeeld wanneer van de groep schapen er twee bij de fetchpoort blijven staan, niet of moeilijk vooruit willen, en de andere drie in gestrekte galop richting handler of afvoer-pen lopen. Dan is het beter de hond achter het groepje van drie te sturen, en deze terug te drijven naar het dwarse koppel. Hiertoe is crossen soms noodzakelijk en dan kost het geen aftrekpunten: mocht er echter een manier zijn om de drie schapen terug te halen zonder te crossen, dan is de handler verplicht op straffe van aftrek van punten, om voor deze manier te kiezen. Wel worden er in beide gevallen punten afgetrokken voor het onregelmatig verlopen van de fetch (dus voor rennen, stoppen en/of van lijn afwijken van de schapen).


De fetch is afgelopen wanneer de schapen om de handlerspost heengelopen zijn en aan de drive begonnen wordt: de draai zelf die zo strak mogelijk om de handlerspost moet zijn - behoort dus bij de fetch. Soms komt het voor dat de schapen om wat voor reden dan ook niet achter de handlerspost langs geweest zijn of aan de verkeerde kant de post passeren: dit moet net als het missen van een poort, beschouwd worden als het missen van een onderdeel van het parcours. Gebeurt dit zonder opzet van de handler (bijvoorbeeld doordat de schapen met een grote snelheid richting afvoerpen links- of rechtsachter de handler rennen, of doordat de hond bezig is met enkele schapen die achterblijven en de rest langs de verkeerde kant de handlerspost passeert), dan kost het 10 punten als het alle schapen betreft of 2 punten per schaap indien slechts enkele dieren niet om de paal gaan. Doet de handler echter geen enkele poging de schapen hier de juiste beweging om de handlerspost te laten maken, dan leidt het tot diskwalificatie, net zoals wanneer een handler zou besluiten een van de drive poorten maar niet te nemen (bijvoorbeeld omdat hij krap in zijn tijd zit en zo denkt de punten voor een single of pen toch nog binnen te kunnen halen).


In principe moet ook de hond om de handlerspaal heen alvorens hij aan de drive begint. Doet hij dit niet bijvoorbeeld doordat de schapen een sterke trek hebben het veld in en gaat de hond in zijn streven de schapen onder controle te houden voor de handler langs dan kost dit tot maximaal 2 punten.


Qua beoordeling kan de jury besluiten de fetch op te delen in segmenten, bijvoorbeeld door 7 punten toe te kennen voor een goede lijn van lift tot fetchpoort, 6 punten voor het goed nemen van de fetchpoort en 7 punten voor het stuk vanaf de poort tot aan de handlerspost. Een jury kan ook beslissen de fetch in zijn geheel te beoordelen of bij het werken met segmenten, grove fouten in een segment toch zwaarder te bestraffen dan het aantal punten wat feitelijk voor dat segment staat. Deze wijze van beoordelen is slechts een hulpmiddel voor de jury zelf en geen ontsnappingsroute voor handler en hond om ongestraft zware fouten te kunnen begaan op een van de segmenten. Is het terrein zodanig dat delen van de fetch niet zichtbaar zijn voor de jury, dan mag de jury ervan uitgaan dat als de schapen weer op het juiste punt in beeld komen, er in de tussenliggende periode geen fouten gemaakt zijn. Observaties van anderen bijvoorbeeld toeschouwers zijn in deze niet relevant.

Drive


Door middel van de drive moet de hond aantonen dat hij, naast het ophalen van schapen tijdens de fetch, ook het wegdrijven van schapen beheerst. Hiertoe is een driehoekig traject met twee drive-poorten uitgezet waarbij de onderdelen wegdrijven van de handler en de schapen op afstand parallel aan de handler drijven, terugkomen.

Een goede drive levert 30 punten op. De totale drive heeft in de kwalificatieklasse een lengte van ongeveer 400 meter: is de fetch korter dan eerder genoemd, dan zal getracht worden de drive langer te maken. De twee poorten die erin staan hebben een opening van 6,30 meter breed. Bij een goede drive gaat het vooral om het vasthouden van de juiste lijnen (door het centrum van de poorten en de laatste lijn loopt naar het centrum van de scheidingsring), het niet missen van de poorten en zorgen dat de schapen in een rustig, gelijkmatig tempo voortbewegen.


De drive begint als de schapen om de handlerspost heen zijn. Idealiter begint de hond de drive eveneens voor de handler langs; loopt de hond achter de handler langs om de drive te beginnen dan kost dit 1 punt. Bij het afronden van de fetch en het beginnen van de drive hoeft de handler niet stokstijf te blijven staan. Hij mag met zijn bewegingen de schapen in de juiste richting drijven; het is echter verboden voor de handler zich meer dan 4 meter van de handlerspost te begeven: overtreding van deze regel kost 1 tot 3 punten of kan wanneer het extreme vormen aanneemt tot diskwalificatie leiden. Het kost verder punten wanneer de schapen van lijn afdwalen. Het niet meteen corrigeren van de fout, waardoor de schapen nog langer van lijn afblijven kost eveneens punten: het volledig missen van alle lijnen kost in principe alle beschikbare punten. Het missen van de poort kost een punt per schaap, waarbij dan nog eventuele extra aftrekpunten komen voor het afwijken van de ideale lijn. Wanneer de hond ongeacht of hij de poort op de juist manier genomen heeft de schapen terug door de poort drijft in plaats van ze erom heen te leiden, kan dit tot 9 punten kosten. Gedurende de hele drive moet de hond goed contact houden met de schapen: te vaak down gaan, te grote afstanden houden of overflanken kost ongeacht of de schapen erdoor van lijn gaan, rennen of stoppen aftrekpunten. Ook een teveel aan commandos kost punten - 4 of 5 net als een hond die frequent omkijkt naar zijn handler (1 punt per keer). Net zoals bij de fetch geldt tijdens de drive, dat bij elke poort maar 1 poging succesvol of niet gedaan mag worden: alsnog het een tweede maal proberen leidt succesvol of niet alleen maar tot aftrekpunten. “Een poging is gedaan” wanneer de schapen de naar links en rechts doorgetrokken denkbeeldige lijn tussen de twee hekken van de poort, gepasseerd zijn. Mochten van de vijf schapen er bijvoorbeeld twee links of rechts van de poort over deze lijn gestapt zijn en kan de hond door snel te flanken de overige drie of ze alle vijf toch door de poort krijgen, dan moeten de twee die de lijn reeds gepasseerd zijn, beschouwd worden als schapen die de poort gemist hebben en veroorzaken zij in dit geval twee punten aftrek (los van de aftrek voor afwijking van lijn).


Wanneer de schapen door de poorten zijn, moeten ze zo snel mogelijk weer op lijn gebracht worden. Te wijde bogen na uit de poort gekomen te zijn, kost punten: meestal 2 tot 3. De drive is pas afgelopen als alle schapen de scheidingsring binnen zijn.


Qua beoordeling kan de jury besluiten de drive op te delen in segmenten: bijvoorbeeld in drie stukken (eerste poot van de drive en poort, tweede stuk en poort en het derde stuk, dus 10 + 10 + 10), of zelfs in 5 stukken (5 x 6 punten): eerste poot, eerste poort, cross-drive, tweede poort, laatste stuk). Dit zijn echter alleen hulpmiddelen of “ezelsbruggetjes” voor de jury. Hij behoudt zich zoals eerder vermeld, het recht voor ernstige fouten op 1 der onderdelen met meer punten te bestraffen dan die er volgens deze werkwijze voor staan.

SHED/SINGLE


Tijdens de voorgaande onderdelen had de hond als taak de schapen als groep op te drijven en eventuele uitbraken van individuele schapen te voorkomen. Bij de onderdelen shedden en singlen moet de hond aantonen 1 of enkele schapen van de groep te kunnen afscheiden en onder controle te kunnen houden. Dit doet naast specifieke sheddingvaardigheden, een sterk beroep op balansgevoel, overwicht en kracht. De scheidingsring heeft een diameter van 35 meter. In een shed worden twee schapen afscheiden. Dit kunnen zijn: willekeurig twee schapen of twee van de drie ongemerkte schapen. In een single wordt 1 schaap afgescheiden: dit kan zijn 1 van de 2 met een rode halsband gemerkte schapen, of een willekeurig ongemerkt schaap.

 Shed of single leveren maximaal 10 punten op. Afhankelijk van de wedstrijd en dit wordt vooraf tijdens de briefing door de jury medegedeeld - vindt of een shed of een single, of een shed en een single plaats. In het laatste geval is tussen deze twee onderdelen nog een andere opdracht geplaatst: bijvoorbeeld een pen, een trailer of een Maltese cross.

De shedding begint als de drive is afgelopen en de schapen in de scheidingsring zijn. De handler mag zijn plaats aan de paal pas verlaten als het eerste schaap de ring binnenkomt of, als de jury dit aangegeven heeft - alle schapen de ring bereikt hebben: eerder de post verlaten kost punten (meestal 2 tot 4). Handler en hond brengen eerst de schapen tot stilstand en als groep onder controle. Een shed of singel waarbij van een binnenkomende, bewegende groep het juiste schaap of schapen worden afgescheiden, hoeft niet over, maar kost wel enige punten (2 tot 3). Waneer het handler en hond niet lukt de schapen tot rust te brengen en dit duidelijk komt door toedoen van hond of handler, kost dit punten. Ook het frequent wisselen van positie - bijvoorbeeld doordat de schapen voortdurend om de handler cirkelen, veroorzaakt door een te kort op de schapen werkende hond kost punten. Verder verliest men elke keer 4 punten als de handler door de groep schapen loopt of de schapen door de druk van de hond de handler aan weerzijde passeren. Verder kunnen punten afgetrokken worden voor een gebrek aan overwicht of het verliezen van contact met de schapen (bijvoorbeeld doordat de hond zijn rug naar de schapen keert of te wijd gaat flanken).


Bij een goede shed assisteert de handler maar verricht de hond het feitelijk afscheiden van het schaap of de schapen. Wanneer de handler zelf het gehele scheidingswerk doet het gat maakt en de schapen wegdrijft - kost dit 4 punten. Verdere vormen van “over-assistentie” door de handler kunnen los hiervan nog meer punten kosten. Tijdens de scheiding dient de hond onmiddellijk de juiste schapen (of schaap) onder controle te nemen: zich eerst tot de overgebleven groep wenden terwijl een enkel schaap afscheiden moet worden, kost punten. Het kort de verkeerde kant opkijken kost 2 punten, langduriger nalaten de juiste groep te hoeden kan tot 8 punten kosten


Tijdens het scheiden mogen de schapen de sheddingsring niet verlaten. Gebeurt dit toch, dan kost het (bij 5 wedstrijdschapen) een punt per schaap. Een shed of singel kan alleen plaatsvinden als alle schapen in de ring zijn: een hond door een groep schapen roepen waarbij de eerste al uit de ring zijn, is ongeldig en wordt bestraft als een mislukte poging en wordt verder bestraft omdat schapen uit de ring lopen. Beter is het dan de groep eerst onder controle, terug in de ring te brengen.

De eerste gelegenheid tot scheiden die zich voordoet, moet door de hond benut worden. Als de handler dan geen poging doet, kost dit 2 punten, doet hij wel een poging maar weigert de hond of is hij te langzaam om de kans te benutten, dan kost dit 5 punten. Komt de hond wel in, bereikt hij het afscheiden van de gewenste schapen maar moet de handler hem hierbij nadrukkelijk assisteren bijvoorbeeld door de schapen uit elkaar te houden dan kost dit 3 tot 4 punten. Werpt de hond tijdens het inkomen zijn staart omhoog dan kost dit 1 tot 2 punten: het is een teken van onzekerheid of gebrek aan controle over de schapen.


Shedding en singlen worden naast het beoordelen van het vermogen van de hond om schapen af te scheiden, ook gebruikt om te zien of de hond voldoende overwicht op de schapen heeft: de afgescheiden schapen zullen immers terug willen naar hun groep en vragen op dat moment veel van de kracht, het balansgevoel en het eigen initiatief van de hond. In een goede shed/single houdt de hond de schapen even (3 tot 5 seconden) onder controle: doorgaans moet de handler zelf beoordelen of dit in voldoende mate gebeurd is. Soms zal de jury vooraf aangeven dat hij met een signaal zal duidelijk maken of de controle afdoende heeft plaatsgevonden of dat hij vraagt de controle te bewijzen door de afgescheiden schapen een stukje op te drijven. In ieder geval heeft een hond die alleen maar tussen de schapen doorrent, deze niet onder controle Dit wordt bestraft als een mislukte shed-poging. De handler mag dan ook niet verder gaan naar de pen: de jury zal hem in dit geval vragen het shedden opnieuw te doen.


Bij het singlen of shedden van ongemerkte schapen verdient het de voorkeur of de laatste schapen af te scheiden, of - als de groep stilstaat die schapen die met hun gezicht naar de hond gekeerd staan. Gebeurt dit niet, dan wordt dit niet al te ernstig bestraft: hooguit met 1 of 2 punten. Shedt de hond twee andere ongemerkte schapen dan door de handler bedoeld of aangegeven, dan kost dit 5 punten. Een foute shed of single bijvoorbeeld een ongemerkt schaap singelen waar geshed had moeten worden of gemerkte schapen shedden wordt bestraft als een mislukte poging.


Is de shed/single niet het laatste onderdeel van de run, dan dienen de schapen na het afscheiden weer verzameld te worden in de ring. Mocht het zo zijn dat de niet-afgescheiden schapen een eind weggerend zijn, dan kost dit op zich geen punten, maar kan de hond wel punten verliezen als hij bij het verzamelen fouten laat zien, bijvoorbeeld door te crossen, van de lijn af te wijken, te jagen of gebrek aan overwicht te vertonen. Sommige jurys zullen fouten die hier gemaakt worden, aftrekken van het pennen: zeker zal dit gebeuren als de hond al dermate veel punten bij het shedden/singlen verloren heeft dat er bij dit onderdeel geen ruimte meer is deze fouten in mindering te brengen.


Het is de handler niet toegestaan op straffe van diskwalificatie voor het einde van de shed/single de cirkel te verlaten: hij mag zijn hond dus niet helpen als die moeite heeft afgedwaalde schapen terug de ring in te krijgen (bijvoorbeeld als ze tot bij de afvoerpen geraakt zijn). De hond mag wel buiten de sheddingring komen. Vindt na het pennen nog een single plaats, dan mag de handler de schapen uit de pen drijven, maar moet de hond ze in een rechte lijn naar de shedding-cirkel brengen. Het is de handler niet toegestaan hierbij zijn hond te assisteren: dit kost puntenaftrek (2 tot 3).


Lukt het shedden of singlen niet, en wil de handler de tijd die voor zijn run staat volmaken door passief te wachten, dan kan dit tot diskwalificatie leiden. De handler is verplicht binnen het redelijke de opgaves die de wedstrijd aan hem stellen, te volbreng


PENNING

Een goede pen levert 10 punten op. Nadat de schapen verenigd zijn in scheidingsring, gaat de handler naar de pen (een pen is 1,80 meter bij 2,70 meter. Het beweegbare hek is voorzien van een touw of koord van 1,80 meter lang). Vanaf het moment dat de handler het koord van de pendeur vast heeft, mag hij die op straffe van diskwalificatie - niet meer loslaten totdat de pen voltooid is (tenzij uiteraard volledig buiten zijn schuld, bijvoorbeeld doordat een schaap tegen het koord rent of de handler struikelt). Raakt een schaap verstrikt in het touw en gebeurt dit buiten de schuld van handler of hond om, dan mag de handler het touw loslaten, het schaap bevrijden uit het touw en kost dit op zich geen puntenaftrek.

Wanneer de schapen weer uit de pen zijn, maakt hij met het koord de deur weer dicht. Nalaten hiervan kost 5 punten: het geheel niet sluiten van de deur leidt tot diskwalificatie (omdat het een ongeoorloofde manier is tijd te winnen).


De schapen moeten in een rechte lijn van de cirkel naar de pen-opening gebracht worden: afwijken van lijn, jagen of stilstaan kost punten. Ook mag de hond hier niet de lijn crossen: is de hond gebruikt om schapen in de cirkel te houden, dan moet hij vanuit zijn positie via de kortste weg naar het 12-uur of balanspunt rennen. Crosst de hond de lijn, dan kost dit 2 punten.


De hond moet de schapen in de pen drijven. Onnodig veel assistentie door de handler wordt bestraft: meestal met 1 tot 3 punten. Lopen de schapen vanzelf in de pen, maar heeft de hond duidelijk geen contact meer met de schapen, dan kost dit toch nog 2 tot 3 punten. De hond moet het werk doen!


Blijven schapen in de mond van de pen te lang stilstaan of draaien ze zich om dan kost dit 1 punt. Lopen de schapen langs de pen, maar er niet helemaal omheen of raken ze echt ver verwijderd van de pen dan kost dit 2 punten. Als 1 schaap enige meters wegschiet maar door de hond meteen teruggehaald wordt, dan kost dit een half tot 1 punt. Lopen de schapen om de pen dan kost dit een punt per schaap: gebeurt dit een tweede maal en wordt daarna nog succesvol gepend dan houdt de handler nog 1 punt over voor de pen. Zijn de schapen in de pen maar kunnen ze door onachtzaamheid van de handler of hond ontsnappen dan kost dit 5 punten. De handler zal opnieuw moeten pennen en kan daarbij punten verliezen bovenop de punten die hij al kwijt was. De kant waarover de hond ontsnappende schapen terughaalt is niet van belang: ontsnappen de schapen rechtsom de pen, dan mag de hond een rechts boog maken om ze terug te halen of linksom de schapen tegemoetkomen om ze zo naar de pen-mond te brengen. Uiteraard wordt het wegrennen van schapen zelf, wel bestraft.


Het is voor de hond of handler niet toegestaan de schapen aan te raken. Wordt een schaap door het dichtduwen van de pendeur de pen ingeduwd dan kost dit 2 tot 3 punten als het onopzettelijk gebeurt maar leidt het tot diskwalificatie als duidelijk opzet in het spel is. Hetzelfde geldt als de handler de schapen aanraakt met zijn stok of met zijn lichaam. Een hond die gebrek aan overwicht toont bij het pennen of juist te agressief is, kan hiervoor ongeacht de bewegingen van de schapen 2 tot 3 punten voor verliezen. Een “functionele grip” op dit punt wordt niet met en diskwalificatie bestraft maar kost wel 1 punt, omdat een hond die het zonder bijten redt, meer kwaliteit toont.


Het sluiten van de pen-poort is het einde van het pennen. Alle schapen moeten dan in de pen aanwezig zijn. Een handler die 4 schapen in de pen heeft en tijdelijk de deur sluit om ze niet te laten ontsnappen terwijl zijn hond bezig is het 5e schaap naar de pen-mond te krijgen, wordt gediskwalificeerd: hij sluit een onderdeel af terwijl dit nog niet toegestaan was. Logischerwijs betekent dit ook dat het niet toegestaan is de deur in het beschreven geval op een kier na dicht te doen: de handler moet stoppen met het sluiten van de deur op het moment dat een of meerdere schapen zich niet in of vlak voor de pen-mond bevinden. Doet hij dit toch dan kost dit 4 tot 5 punten.


Loopt de tijd van de run af terwijl de poort nog niet dicht is (d.w.z. de deurstijl van de pen geraakt heeft) dan kunnen voor het onderdeel pennen, geen punten toegekend worden. De poort onnodig hard dichtsmijten kost punten (1 tot 2 punten); tijdens de hele run is het zaak rust in de schapen te houden, zo ook dus bij dit onderdeel!